De congrespartij
De partij werd in 1885 opgericht door Britse en Indiase theosofen, waaronder Allan Octavian Hume en Dadabhai Naoroji, het eerste Indiase lid van het House of Commons. Womesh Chandra Bonnerjee werd gekozen als eerste voorzitter van de partij.
Binnen een paar jaar radicaliseerde de partij en besloten ze om te streven naar onafhankelijkheid. Binnen de partij ontstond er een tegenstelling tussen de "gematigden" en de "extremisten". Deze laatste groep verweet de gematigden dat hun streven naar sociale hervormingen alleen maar afleidde van de nationalistische agenda. Anderen probeerden van de Congrespartij een uitgesproken hindoeïstische partij te maken.
Mahatma Gandhi keerde in 1915 terug uit Zuid-Afrika. Hij groeide uit tot de spirituele leider van de partij, terwijl Jawaharlal Nehru opklom tot de politieke leider van de partij. Hij sloot een bondgenootschap met een belangrijke islamitische organisatie. Uit protest stapte een aantal mensen op. Gandhi gaf met zijn nationalisme en pogingen om een einde te maken aan de verschillen tussen de verschillende religieuze en etnische groepen. De dag nadat het Verenigd Koninkrijk de oorlog had verklaard aan het Duitse Rijk (3 september 1939), verklaarde de onderkoning, Lord Linlithgow, ook India in staat van oorlog. Dit lokte veel kritiek uit. Gandhi bleef de geweldloosheid prediken, Nehru en anderen wensten het Verenigd Koninkrijk te helpen onder voorwaarde van een politiek akkoord. Het Britse antwoord op deze eis werd door het Congres niet aanvaard en Gandhi kreeg opnieuw de leiding in handen. De zware nederlagen die de geallieerden in het Verre Oosten leden, vooral de val van Singapore en de kritieke toestand in Birma, verwekten in India grote beroering. Gandhi bleef voorstander van geweldloosheid, terwijl Nehru de Britten wilde helpen in ruil voor onafhankelijkheid. Een andere leider, Subhas Chandra Bose, week uit naar Japan, vormde een 'voorlopige regering van India' en stichtte een vrij Indisch leger, dat aan de zijde van de vijand streed. In maart 1942 kwam Sir Stafford Cripps naar India met voorstellen, die onder andere de stichting van een onafhankelijke Indische Unie en het opstellen van een nieuwe grondwet inhielden. In juni 1943 begon Gandhi een heftige 'Verlaat Indië–actie', die tot zijn arrestatie en die van vele anderen leidde.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Congres versterkt uit de verkiezingen tevoorschijn en op verzoek van de onderkoning Lord Wavell vormde Nehru in september 1946 een voorlopige regering. De verdeeldheid tussen het Congres en de Moslimliga maakte echter de vorming van één onafhankelijke Indiase staat onmogelijk. Ten slotte wist Wavells opvolger, Lord Mountbatten, na talloze besprekingen de verdeling van Brits-Indië in twee staten, India en Pakistan, te doen aanvaarden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb